Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Hij dan zeide: Wie heeft u tot een [21]overste en rechter over ons gezet? Zegt gij [dit], om mij te doden, gelijk gij den Egyptenaar gedood hebt? Toen vreesde Mozes, en zeide: Voorwaar, deze [22]zaak is bekend geworden! 21. Hebreeuws, een man een vorst; dat is, een vorstelijk man. 22. Of, daad, of, handel.